Foto: Privat, 1989
Foto: Privaat, 1989

Collega’s schonken Pressels werk tijdens zijn leven zo goed als geen aandacht. Een waardevolle uitzondering was de arts uit Beieren, Gretl Stritzel (1911-2003), die serieus interesse had en in de laatste jaren van zijn leven enkele malen in het jaar meerdere dagen in de praktijk meewerkte, om de antroposofisch-medische denkwijze en de massage te leren. Aan haar dringende vraag naar cursussen is het te danken dat dit idee duidelijk vorm aannam en dat in 1977 de eerste cursus gehouden werd.

Pressel vond het bezwaarlijk zijn patiënten een week alleen te laten om een cursus te geven en wilde daarom hoogstens één week daarvoor de tijd nemen. Aan de andere kant wilde hij veel doorgeven van wat hij zelf kon en wist. Voor hem betekende de massage de mogelijkheid ziekten  te diagnosticeren, te genezen en eventueel te voorkomen. Dit was voor hem de  aanleiding dit alles door te geven zoals het zich als werkzaam bewezen had, ook als er verder geen of nauwelijks middelen ter beschikking staan. (Zie ook de beschrijving van zijn Russische gevangenschap).

Wanneer men bedenkt dat vele antroposofische en andere natuurgeneeswijzen als niet werkzaam afgedaan worden en werden, en de mensen er tegelijkertijd onder lijden dat allopathische middelen hen door bijwerkingen belasten en / of niet verdragen werden en worden, komt deze “eenvoudige” mogelijkheid mensen te behandelen nieuwe betekenis toe. Pressel bracht dit als volgt onder woorden: “Er kunnen situaties ontstaan waarin we niets anders hebben dan onze handen, en dan moeten vele mensen weten wat ze daarmee kunnen bewerkstelligen." Misschien is de toekomst niet meer zo heel ver dat de farmacie ons niet meer verder kan helpen. 


Vanaf 1977 werden enkele cursussen van een week en een paar weekeinden gehouden. Pressel onderwees,  Gretl Stritzel  en Lies Pressel hielpen daarbij. Deelnemers waren ten dele professionele therapeuten, ten dele heilpedagogen en ten dele huisvrouwen die hun familie daarmee wilden verzorgen. Het aantal deelnemers bedroeg zes tot negen personen, wat ook nu nog als maatstaf geldt, aangezien het leren van de wezenlijke, fijne nuances en bewegingen­-afloop  een zeer intensieve  controle van de cursusleider verlangt en in grote groepen niet meer is te overzien. Deze cursussen vielen in de laatste levensjaren van Pressel en in het eindstadium van zijn ziekte (kanker). De laatste cursus van vier dagen gaf hij een week voor zijn dood.

Door zijn soevereine en vanzelfsprekende aanwezigheid en concentratie op het “hier” en “nu” kwam in die tijd  bij niemand de vraag op hoe deze cursussen zich verder zouden moeten ontwikkelen en welke problemen na zijn dood te verwachten waren. Lies Pressel  vroeg hem op zijn sterfbed of hij er voor was dat zij verder zou gaan met masseren, wat hij met heftig knikken met zijn hoofd beantwoordde. (Spreken kon hij niet meer).

Zijn sterven in 1980 riep grote radeloosheid op, aangezien niets was voorbereid of besproken. Omdat Lies Pressel nu al gauw door “zijn” patiënten gevraagd werd  hen te behandelen, voerde ze de overeengekomen opdracht uit in de vorm van een kleine particuliere  massagepraktijk. Hier pas merkte ze hoeveel ze in al die 22 jaren van zijn weten en kunnen had opgenomen en nu zelfstandig kon toepassen. 

Gretl Stritzel had al enkele jaren een eigen praktijk in Beieren waar ze ook masseerde. Na de dood van  Pressel kreeg zij een grote behoefte de massagecursussen meteen zelf te geven. Dit was voor Lies Pressel  voorlopig een te grote stap. Zo kwam het dat Lies Pressel en Gretl Stritzel van toen af verschillende wegen gingen, en zich in de voortzetting van de massage twee stromingen vormden , die zich ten dele van elkaar verwijderden en ten dele parallel liepen.

Zoals dit bij soortgelijke vertakkingen gebruikelijk is, staat de buitenwereld tegenover dit fenomeen ietwat verward en verbaasd.